De andersgeorganiseerde sportvereniging: ontbrekend puzzelstuk voor toekomstig sportbeleid

item_left

item_right

De andersgeorganiseerde sportvereniging: ontbrekend puzzelstuk voor toekomstig sportbeleid

Artikel

De klassieke sportclub krijgt een centrale plaats in ons Vlaamse en lokale sportbeleid. Maar er zijn ook allerlei alternatieve types van sportorganisaties. Zo ook de andersgeorganiseerde sportvereniging. Rein Haudenhuyse, Zeno Nols en Pieter Smets schreven er een artikel over. Het artikel verscheen in het tijdschrift Sport & Strategie Vlaanderen. Je vindt het in de bijlage hieronder. 

Beeld: gazelles de Bruxelles

Een andersgeorganiseerde sportvereniging? Dat lijkt een contradictorische term, maar de combinatie wordt bewust gebruikt om te wijzen op ontoereikendheden in ons beleidsjargon. De dagelijkse realiteit van deze verenigingen is immers even hybride en meervoudig als de term doet vermoeden. 

Het artikel start met een historische situering van deze verenigingen. De oorsprong ervan wordt in de vroege jaren negentig gelegd, toen allerlei sportopbouwwerkers vanuit verschillende sectoren beroepsmatig met sport gingen experimenteren. Een aantal kortdurende sportactiviteiten werden eerst vooral 'buiten de sportclub om' georganiseerd. Maar door de jaren heen groeiden deze initiatieven uit tot sportverenigingen met een andersgeorganiseerd sportaanbod. Het toeleidingsideaal kwam onder druk en zo claimden deze verenigingen een vast bestaansrecht. 

Je kan het artikel lezen als een pleidooi om de meervoudige rollen van dit soort verenigingen meer te erkennen en ondersteunen. Enkel zo kunnen ze worden ingezet als ontbrekend puzzelstuk voor toekomstig sociaal sportbeleid.